Begin bij jezelf
Je gaat straks een studiekeuze maken. Maar hoe doe je dat? Aangezien het om jou gaat, begin je bij jezelf.
Wat vind je interessant en waar word jij blij van? Wat zijn je ideeën voor de toekomst? En wat voor type ben je eigenlijk?
Door met dergelijke vragen aan de slag te gaan, krijg je meer inzicht in jezelf.
Want hoe groter je zelfkennis is, hoe beter je in staat bent om over je studiekeuze na te denken.
Jezelf leren kennen
Waar word je blij van? Wat kan jou echt raken? Wat kun je goed? Waar ben je nieuwsgierig naar? Wat is belangrijk voor jou? Waar droom je over? Met andere woorden: hoe goed ken jij jezelf?
Wat ga je doen?
Je bespreekt de vragen hierboven met iemand uit je klas.
Luister goed naar elkaar en vraag door als je het niet duidelijk genoeg vindt.
Schrijf de antwoorden op die je klasgenoot heeft gegeven.
Geef de antwoorden aan elkaar en maak een zin over jezelf die begint met: Ik ben iemand die…..
Ik ben iemand die:
Wat zijn je kwaliteiten?
Wat zijn jouw kwaliteiten of sterke punten die je goed kunt gebruiken voor je verdere loopbaan? Breng ze in beeld met behulp van de kwaliteitenkaartjes.
Wat ga je doen?
Download de kwaliteitenkaartjes en knip ze uit.
Leg de kaartjes op tafel en kies de kwaliteiten uit die bij jou passen.
Leg deze kwaliteiten apart en bekijk ze goed.
Kies 3 kaartjes uit de verzameling en beschrijf in welke situaties je deze kwaliteiten laat zien.
Ik heb voor deze 3 kwaliteiten gekozen omdat:
Wat voor type ben je?
Als je weet wat voor type je bent, kan dat helpen bij het maken van een studiekeuze.
Ben je praktisch, analytisch, kunstzinnig, sociaal, ondernemend of gestructureerd?
Wat ga je doen?
Je maakt deze opdracht in een groep van 3-4 personen.
Schrijf de 6 types op een groot vel papier en bedenk met elkaar nog meer kenmerken bij elk type.
Daarna schrijf je op welk type jij bent, zonder dat iemand het ziet.
Laat de anderen raden wat je hebt opgeschreven.
Tenslotte vertel je waarom je voor dit type gekozen hebt.
Wat past bij jou?
Welke activiteiten vind je leuk? Wat past goed bij jou? Kijk eens in de breedte welke werk-gerelateerde activiteiten je op het eerste gezicht aanspreken.
Wat ga je doen?
Bespreek met je buurman/buurvrouw welke activiteiten je leuk vindt om te doen.
Vul de lijst eventueel aan met activiteiten die je nog mist.
Zet allebei een vinkje bij de activiteiten die je aanspreken.
Leg aan je buurman/buurvrouw uit waarom je voor deze activiteiten gekozen hebt.
Daarna selecteer je de drie activiteiten die het beste bij jou passen.
Schrijf op waarom je voor deze activiteiten hebt gekozen.
Deze 3 activiteiten passen bij mij omdat:
Klinkt leuk!
Een beroep als marketeer of leerkracht klinkt misschien leuk, maar wat houdt het eigenlijk in? Wat doe je de hele dag? Als je vacatures bekijkt, krijg je vaak een beter beeld van de taken die je als marketeer of leerkracht hebt.
Wat ga je doen?
Bedenk 3 beroepen waarover je meer wilt weten.
Ga naar nationalevacaturebank.nl en typ deze beroepen in.
Verdiep je in de taakomschrijvingen die je bij de vacatures tegenkomt.
Schrijf per beroep op wat de belangrijkste taken zijn. Welke taken vind je leuk en welke niet?
Taakomschrijving 3 beroepen: