Je maakt een tweetal en interviewt elkaar. Hiervoor gebruik je werkblad 1. Na 10 minuten wissel je om.

Je vraagt aan een paar mensen die je kent welke kwaliteiten je hebt. Daarna geef je zelf antwoord. Vul de antwoorden in op werkblad 4.

Wat vind je echt leuk en belangrijk? Kies drie dingen uit de lijst op werkblad 5. Je mag ook zelf iets bedenken.

Wat is jouw droomberoep? Vul je droomberoep in op werkblad 6 en laat zien waarom je hiervoor gekozen hebt. Gebruik woorden, zinnen, plaatjes en tekeningen. Maak er een mooi werkblad van!

Welke beroepen hebben jouw familieleden? Vul werkblad 7 in en schrijf bij vijf personen zijn of haar beroep.

Ga op zoek naar drie mensen uit je omgeving met allemaal een ander beroep. Gebruik werkblad 8 en vul voor elk persoon de antwoorden in.

Op werkblad 9 staan foto’s van verschillende beroepen. Welke beroepen zijn dit? En welke kenmerken horen bij elk beroep? Misschien weet je nog meer kenmerken? Schrijf ze bij de foto’s.

Op werkblad 10 staan een aantal beroepen en omschrijvingen. Knip de kaartjes uit en maak de juiste combinatie.

Op werkblad 11 staan een aantal beroepen. Bij welke groep hoort het beroep?

Over welk werk of beroep wil je meer weten? Zoek daar een stage bij. Kijk op internet, Google Maps en bij jou in de buurt welke bedrijven er zijn. Praat erover met je familie en op school. Als je een bedrijf gevonden hebt, vul dan werkblad 12 in.

Je hebt een bedrijf gevonden en belt op om een afspraak te maken. Gebruik werkblad 13 en oefen met een klasgenoot wat je tijdens het telefoongesprek gaat zeggen.

Je gaat bij het bedrijf op bezoek. Wat wil je weten? Gebruik werkblad 14 en bedenk de vragen. Vul de antwoorden in als je op bezoek bent (geweest).

Wat voor soort werk vind je leuk? Maak de test op werkblad 15.

Bekijk drie beroepenfilmpjes. Welk beroep vind je leuk? Kies een beroep uit en vul werkblad 16 in.

Als je vmbo-basis of vmbo-kader volgt, kies je in het tweede leerjaar een profiel. Welk profiel past bij jou? En wat ga je daarna doen? Beantwoord eerst een aantal belangrijke vragen met behulp van werkblad 17.

Je tekent jouw leerroute op de kaart. Eerst schrijf je bovenaan bij Jouw toekomst welk werk of welk beroep je leuk vindt. Daarna teken je de route. Welk profiel heb je voor jouw beroep nodig? Hoeveel jaar duurt jouw leerroute? Misschien vind je wel twee of drie beroepen leuk en teken je meerdere routes.

Bij opdracht 2 heb je het kwaliteitenspel ook al gespeeld. Vergelijk de kaartjes die je toen had met de kaartjes die je nu hebt: zijn ze hetzelfde?

Samen met je ouders of verzorgers kies je werk of een beroep uit waar je meer over wilt weten. Welke dingen vind je belangrijk? Zoek informatie op en maak een mooi werkstuk. Gebruik hiervoor werkblad 18. Daarna presenteer je jullie werkstuk op school.

Bij opdracht 8 heb je belangrijke vragen beantwoord (werkblad 17) en je leerroute op de kaart getekend. Bespreek het werkblad en de leerroutekaart met je ouders. Luister goed naar elkaar en schrijf op wat jullie er samen van vinden.